1000 g bloem
900 ml melk
2 zakjes gedroogde gist
100 g boter
2 eieren
20 g basterd suiker
Eventueel: vanille suiker, citroen rasp
10 g zout
250 g rozijnen
150 g krenten
2 appels
Smelt de boter. Verwarm de melk tot handwarm. Los de gist, suiker, het ei en de boter erin op. Roer de bloem en het zout door het beslag en meng goed door.
Wel de rozijnen en krenten circa 30 minuten in warm water. Schil de appel en snijd in blokjes. Meng de rozijnen, krenten en de appel door de helft van het beslag. De andere helft is voor “normale” oliebollen. Laat het beslag tenminste 30 minuten rijzen onder een vochtige doek.
Verhit de olie tot 180 ºC. Houd een ijsknijper in de hete olie om plakken van het deeg te voorkomen en schep met de ijsknijper bollen beslag in de olie. Bak ze in circa 6 minuten om en om goudbruin en gaar.